Historische Bebouwing
Vanaf de IJzertijd woonde hier al mensen, dat is verveelvoudigd in de Romeinse Tijd met de stichting van Batavodurum, het huidige Nijmegen. Door de gunstige ligging bij de rivieren en met de hoge stuwwallen van Nijmegen, Montferland en Kleve is het niet verwonderlijk dat hier veel fabrieken en verdedigingswerken hebben gestaan.
Omdat de rivier De Rijn hierdoorheen stroomt wordt er veel klei in dit gebied afgezet. Als resultaat een lange geschiedenis aan baksteenproductie welke vanaf de Romeinse Tijd tot vandaag de dag doorgaat. Zo is bovenop de stuwwal van Nijmegen bij Holdeurn tijdens archeologische opgravingen een groot ovencomplex aangetroffen waar met name dakpannen en aardewerk gemaakt werd. Dit vooral ten behoeve van het tiende legioen dat in Nijmegen gelegerd was, maar door heel Germania Inferior, de Romeinse provincie die Nederland tot aan de Rijn, België en Duitsland besloeg worden deze stenen gevonden.
​
Veelal zijn de oudste gebouwen in de plaatsjes de kerken, welke in de Middeleeuwen van grote, handgevormde natuurstenen blokken werden gebouwd. In sommige kerken, als de Remigiuskerk in Duiven, zijn deze stenen nog zichtbaar. Met name aan de voet van de toren zijn dit soort stenen vaak overgebleven. In andere kerken als de St Martinuskerk in Oud-Zevenaar zijn later bakstenen aangebracht, bij restauratiewerkzaamheden werd achter de buitenmuur het originele tufsteen aangetroffen.
Tufsteen is een vulkanisch gesteente wat oorspronkelijk uit de Eiffel komt. Een voordeel van het vulkanische gesteente is dat het heel licht is en daarom makkelijk te vervoeren en bewerken. Alleen de rijken konden in de vroege Middeleeuwen stenen huizen bouwen, hierom werden met name kerkelijke gebouwen van steen gebouwd. Dit is de reden dat deze stenen vanaf de 19e eeuw ook wel “kloostermoppen” genoemd werden.
​
De St-Martinuskerk in Oud-Zevenaar Foto 't Gelders eiland.
​
In een gebied dichtbij de grens is het niet verwonderlijk dat er veel defensieve bouwwerken aanwezig zijn in de Gelderse poort. De Gelderse poort is het gebied waarin de rivieren zich opsplitsen omringd door hooggelegen stuwwallen bij Nijmegen, Kleve en ’s Heerenbergh. Dit maakt het grensgebied uiterst geschikt voor de verdediging.
Zo hebben hier door de jaren heen meerdere fortificaties gelegen als: De Schans (op het huidige plaatsje Sterreschans), Schenkenschans dat nu in Duitsland ligt, onder de Bijland ligt het Romeinse Fort Carvium en het Fort Pannerden, dat vooral in de WO II dienst heeft gedaan en onderdeel uitmaakte van de Nieuwe Hollandse waterlinie.
Bovengenoemde schansen zijn verdedigingswerken voor de lokale bevolking en hun vee die tijdens de belegeringen in de tachtigjarige oorlog veel gebruikt zijn. Wanneer een invasie dreigde konden de boeren die buiten de stadsmuren woonde toevlucht zoeken op een schans. De schansen zijn aardewallen muren met 4 punten aan het uiteinde. Om de schans heen ligt een gracht, om de muur op te werpen werd een gracht zodat de afgegraven aarde als muurwerk gebruikt kon worden.
​