top of page

Stamboom

In de stamboom van het landschap is te zien hoe de samenstelling van het landgebruik rondom Fort Pannerden is veranderd door de tijd. Dit is weergegeven in een matrix model, waarbij de horizontale as de datums aangeven en de verticale as de landschapstypen. Na verloop van tijd is er te zien dat de natuurlijke vegetatie in het gebied in relatief hoge snelheid verdwijnt uit het landschap door de invloed van de mens. Dit proces verliep nog sneller toen de periode van bedijking was afgerond. Vrijwel alle natuur maakte plaats voor landbouwdoeleinden in de uiterwaarden, maar afgelopen decennia is er te zien dat een groot deel van het landgebruik weer aan de natuur is gegeven. Dit kan gezien worden als het tijdperk waarin natuur en de mens in evenwicht zijn.  

​

De stamboom van het landschap rondom Pannerden is weergeven in een matrix. Deze geeft op de verticale as 100% van het landschap weer en hoe deze in gebruik is. Deze 100% is onderverdeeld in de deellandschappen. Verticaal is de tijd weergeven. De tijdsspan strekt zich uit in stappen van 250 jaar. Deze geven een goede impressie van hoe het landschap er rond die tijd uit heeft gezien. 

​

Stamboom.png

Oudheid 

Rond de IJzertijd (800 – 0 v. C.) bouwden de mensen de eerste nederzettingen in het rivierengebied. In deze tijd was de Veluwe het kerngebied van bewoning, waar er gebruik werd gemaakt van Celtic fields. Maar het rivierengebied was een aantrekkelijke plek, omdat het voedselrijker was dan het stuwwallengebied. In deze tijd had men weinig middelen om het landschap te beïnvloeden. De boeren bouwden daarom hun vestingen op de oeverwallen waar het droger was. De natte (kom)gronden werden gebruikt om het vee te beweiden. 

Rond het jaar 0 vestigen de Romeinen zich in het riviergebied. De Rijn was de grens van hun rijk. In het gebied legden de Romeinen wegen aan, handelsposten, tempels en legerkampen. De rivier was niet alleen een belangrijk instrument voor de handel, maar ook als verdedigingslinie. Ze bouwden enkele dammen om de loop van de rivieren te verleggen, zoals de Drususdam. De Romeinen zijn daarmee de eerste mensen die de loop van de rivieren beïnvloedden. Ook werd de rivierklei benut. Dit werd gebruikt om bakstenen, dakpannen en andere aardewerken te maken. Deze werden vervolgens verhandeld in de internationale vaarroutes. De stad Nijmegen, de oudste stad van Nederland, lag ook in dat netwerk.  

​

De Middeleeuwen 

In de vroege middeleeuwen begon men stenen kerkjes en bewoningskernen aan te leggen, bijvoorbeeld Oud Zevenaar. De bevolking nam toe en steeds meer mensen kwamen in het rivierengebied wonen op de oeverwallen en aan de voeten van de stuwwallen. Vanaf 800 kwamen er nieuwe landbouwtechnieken om de komgronden te ontginnen. Veel bos langs de rivier werd gekapt waar landbouwgrond voor in de plaats kwam.

Rond het jaar 1000 kwamen de eerste dijken. Dit waren lage dijken om specifieke dorpskernen te beschermen voor hoogwater, maar de rivier had nog steeds veel invloed op het landschap. In de late Middeleeuwen begon men bandijken aan te leggen, zodat het hele achterland veilig was tegen overstromingen. Hierdoor ontstonden uiterwaarden waar de rivier nog buiten de oevers kon treden.  

​

Vroegmoderne tijd 

In deze periode begon de mens de overhand te nemen in het landschap. De welvaart in deze periode nam toe en de bevolking breidde zich uit in de plaatsen rond het rivierengebied. Ook kwam de baksteenindustrie opgang. De veldovens voor de bakstenenproductie en aardewerk maakte plaats voor ovens met een permanente oven: ringovens. Er werd veel verhandeld maar ook gevochten. De splitsing van de Rijn en Waal was een strategische plek. De grenzen werden continu verlegd door de 80 jarige oorlog. In de 17e eeuw was de splitsing afwisselend, Frans, Spaans, Duits en Nederlands. Tolkamer, waar de schippers tol betaalden, lag daardoor soms wel en soms ook niet aan de grens. 

​

Moderne tijd 

In de moderne tijd is er veel gebeurd in het uiterwaardengebied. Vanaf 1800 begon men het uiterwaarde gebied te reguleren door zomerkades en dwarsdammen aan te leggen ten gunste voor de landbouw tijdens droge tijden. Er kwamen grotere steenfabrieken in de uiterwaarden (tunnelovens). Door de industriële revolutie werd de Rijn een van de meest drukbevaren rivieren ter wereld en de drukste in Europa. De rivier werd intensief bevaren en daardoor moest de stroomgeul diep genoeg blijven. Er werden kribben en strekdammen aangelegd en uiteindelijk werd de rivier gestuwd.  

​

Het besef om de rivier meer ruimte te geven groeide toen er in 1995 een nieuwe watersnood dreigde. In de laatste decennia (vanaf 1990) is er veel landbouw aan de natuur gegeven. Veel klei is afgegraven en grote delen van de polders zijn aan de natuur gegeven. Hierdoor kan er bij hoge waterstanden meer water tijdelijk opgeslagen worden. Initieel geïnspireerd door Ark-natuurontwikkeling, werken Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer om het oude rivierlandschap te herstellen waar de rivier vrij spel heeft. In de Gelderse Poort is er maar liefst 3000 hectare teruggegeven aan de rivier, wat voor een groot deel landbouwgrond was. 

​

bottom of page