Industrie
Eerste bakstenen in Gelderse Poort
De pan industrie van de Gelderse Poort kent een lange
geschiedenis welke tot op de dag van vandaag doorgaat.
Doordat het geschikte materiaal voor de baksteenproductie
lokaal en aan het oppervlakte aanwezig is.
Vanaf het moment dat de Romeinen in Nederland
aankwamen zijn er al sporen aanwezig van baksteenproductie
in het gebied waar de Rijn zich opsplitst in de Waal.
De rivierklei in de Gelderse Poort bleek de ideale
eigenschappen te hebben om 2000 jaar geleden al
bakstenen van te bakken. In de Romeinse tijd werd hier klei
gewonnen om in Holdeurn ten oosten van Nijmegen
bakstenen te bakken voor het tiende legioen wat hier gelegerd
lag. De ovens die de Romeinen gebruikten werden ook wel
“veldovens” genoemd, deze zijn tot ver in de 19e eeuw
gebruikt. Hierna maakte ze plaats voor een ringoven.
​
Voorbeeld van een veldoven in museum Colonial Williamsburg bron: Colonial Williamsburg
Straatstenen van onze hoofdstad
De Gelderse Poort is van groot belang geweest voor heel Nederland. Naast het feit dat het hier de grote rivier de Rijn Nederland binnenstroomt en dus ook de Nederlandse waterhuishouding hier begint, staat het hier vanaf de 18e eeuw vol baksteenfabrieken. Voor heel Nederland zijn hier vanaf de 18e eeuw duizenden bakstenen geproduceerd. Deze bakstenen zijn lokaal en door de rest van Nederland gebruikt voor de aanleg van straten en het bouwen van huizen. Zo zijn een groot deel van de Amsterdamse straatstenen en de stenen van Fort Pannerden in deze omgeving gebakken.
De ovens zijn op gunstige locaties geplaatst, er kon namelijk aan het oppervlakte geschikte klei gewonnen worden voor de fabrieken. Deze gaten zijn in de buurt vaak nog zichtbaar en worden tichelgaten genoemd. Bij de Panoven in Zevenaar zijn de tichelgaten strookvormig en gericht op de oven.
​
Houtskoolwinning in de Millingerwaard
Bovenop de rivierduin in de Millingerwaard heeft houtskoolwinning plaatsgevonden. Enkel de hardhouten boomsoorten zijn geschikt voor houtskoolproductie, welke van nature niet in een drassig gebied voorkomen. Daarom werd bovenop de rivierduin een zogeheten “Colenbrandersbos” aangelegd, waar bomen groeiden die wel geschikt waren voor de houtskoolwinning zoals iepen, beuken en eiken. Vandaag de dag is slechts een klein stukje Colenbrandersbos over in het noordelijke deel van het natuurgebied langs de Waal.
​
De oudste molen?
Vlak langs het spoor in Zevenaar staat de Buitenmolen welke voor het eerst in 1447 genoemd werd. Dit maakt hem tot zover bekend de op één na oudste molen van Nederland (de oudste staat in Zeddam en is vóór 1440 gebouwd). Het huidige bouwwerk stamt ook uit de Renaissance en wordt ook wel een torenmolen genoemd. De functie van deze molens is vooral het malen van meel op windkracht, bij de Buitenmolen is dat echter niet meer gedaan sinds 1928, toen er een elektrische motor in bevestigd werd.
​
Op de grens van Duitsland en Nederland
In een artikel op 18 april 2018 noemde Volkskrant de Waal
“de A15 van de binnenscheepvaart” er gaan 300 schepen per dag
onder de Waalbrug bij Nijmegen door. Dit komt neer op zo’n honderdduizend per jaar. Dit maakt de Waal de drukst bevaren rivier in Nederland. Er wordt dan ook veel gedaan om de rivier bevaarbaar te houden.
​
De Buitenmolen in Zevenaar, een van
de oudste molens in Nederland
Zelf bezoeken
In 1858 kreeg de Duitse uitvinder Friedrich Eduard Hoffmann een patent op zijn ringoven. Door deze uitvinding raakte het gebruik van de veldoven in verval.
Een goed voorbeeld van zo’n ringoven is de Panoven in Zevenaar welke op 15 minuten lopen van het station ligt. Bij deze ringoven zijn ook de tichelgaten en apparatuur waarmee de klei gewonnen werd nog aanwezig.
​
Afbeelding Panoven in Zevenaar