Landschappenkaart
Om een beeld van het landschap te krijgen is het noodzakelijk om de belangrijkste eenheden van het landschap te onderscheiden. Dit is belangrijk omdat elke eenheid zijn eigen verhaal toevoegt aan het landschap. De eenheden zijn uniek in gebruik, historie, elementen, geomorfologie, gebouwen en ondergrond. De hoofdlandschapen (eenheden) die worden gebruikt zijn: rivieren en uiterwaarden landschap, kommenlandschap, oud rivierenlopenlandschap, stedelijk landschap en oeverwallenlandschap. Hier onder worden de verschillende hoofdlandschappen beschreven op: gebruik, historie, elementen, geomorfologie, gebouwen en ondergrond.
​
Rivieren en uiterwaarden landschap
Het hoofdlandschap rivieren en uiterwaarden kenmerkt zich door een (hoog) dynamische landschap door de invloed van de rivier. De ondergrond bestaat uit (grof) zand en leem. Geomorfologische kenmerkt dit deellandschap zich door de rivier, kribben, zomerkades, rivierduinen en winterkades. Van oudsher staan er weinig gebouwen in dit landschap doordat de dynamiek van het landschap te hoog is. Het landschap wordt gebruikt voor (grondstoffenwinning, weidebouw en vervoer via de rivieren).
​
Kommenlandschap
Het hoofdlandschap kommenlandschap kenmerkt zich door een laag dynamische landschap door de afwezigheid van invloed van de rivier. De ondergrond bestaat uit klei. Geomorfologische kenmerkt dit deellandschap zich door de uitgestrekte velden, broekbossen en sloten. Van oudsher staan er weinig gebouwen in dit landschap doordat het landschap te nat is. Het landschap wordt gebruikt voor zijn hooilanden en weidegronden maar ook voor boomgaarden en akkers.
​
Oude rivierenlopenlandschap
Dit landschap kenmerkt zich door de oude sporen van de vroegere Rijn loop. Klei, zand en leem vormen de ondergrond. Sporen van de rivierloop zijn nog in het landschap te zien. Doordat dit een nat en moerassig gebied is staat hier van oudsher weinig bebouwing.
​
Stedelijk landschap
Dit landschap kenmerkt zich doordat de kern van de bebouwing zich vaak op een oude oeverwal bevind. Door de eeuwenlange bewoning is het karakter van dit hoofd landschap flink veranderd. Door vergravingen en ophogen is het er niet veel meer van de oude oeverwal terug te vinden. De historische bebouwing is het meest karakteristiek voor het gebied. De kerken geven meestal het hoogste punt van de oude oeverwal aan.
Oeverwallenlandschap
Dit landschap is het landschap wat wordt gekenmerkt door het gebruik van oeverwallen in de historie. Bijna alle bebouwingskernen in het rivierengebied liggen van oudsher op een oeverwal. Doordat deze het langste droog bleven. De ondergrond bestaat uit grover zand en leem. Typische gebouwen hier zijn oude T-boerderijen en oude kerkjes.
​